Scheidsrechtersverhalen: Superspelers en strafworpen

Een paar jaar geleden heeft de korfbalbond nieuwe regels ingevoerd voor onze allerjongste korfballertjes: de Fjes. Het spel is door deze nieuwe regels een stuk leuker en sneller geworden. Maar ouders die vroeger zelf gekorfbald hebben, zullen zich misschien af en toe achter de oren krabben als ze hun kroost verdedigd zien schieten.

Daarom kort op een rij: welke speciale regels gelden er bij de Fjes?

Viertallen

Het meest opvallende verschil tussen de Korfbal League en Fjes-korfbal: we missen een heel vak! De Fjes spelen met 4 spelers in 1 vak met 2 korven, en moeten dus steeds switchen tussen aanvallen en verdedigen.

Bij de allerjongsten wordt nog geen verschil gemaakt tussen jongens en meisjes. Wél moet er altijd minstens 1 meisje in het veld staan voor ieder team. Maar een jongetje mag dus gewoon een meisje hinderen.

Niet verdedigd?!?

Over dat hinderen gesproken: die lastige verdedigd-schieten-regel…? Die geldt lekker niet bij de Fjes! Lekker makkelijk voor de scheids dus (of juist even wennen, als je normaal wat hoger speelt of fluit).

Doordat de verdedigd-regels voor de Fjes is afgeschaft, leren de kinderen al op jonge leeftijd om lekker hun kansen te pakken. Natuurlijk schiet het lastiger met een lange tegenstander voor je neus. Dus de coaches zullen de kids nog steeds moeten leren om vrij te lopen en de vrijstaande speler te laten schieten.

Om te voorkomen dat een (lange) speler gewoon onder de korf gaat staan en 10 keer achter elkaar gaat mikken, mag iedere speler maar 1x achter elkaar schieten. Vang je je eigen bal af? Dan moet je die éérst overspelen. Dáár moet de scheids dus wél weer goed op letten.

Waar de jeugdscheidsrechter ook op moet letten: het vlot doorgooien. Een speler moet de bal altijd binnen 10 seconden doorspelen. Tip: geef hier de eerste keer gewoon een waarschuwing voor (of moedig het kind aan om snel te gooien). Of kijk even streng of de verdediger het niet íets te lastig maakt.

Superspeler to the rescue!

Bij de Fjes is het niveauverschil tussen twee teams soms erg groot. Als de spelers van één team bijvoorbeeld gemiddeld een half jaar ouder zijn, of één team pas net begint met wedstrijdjes spelen. Om dit probleem aan te pakken, is de “superspeler” uitgevonden!

Als één ploeg met 3 of meer doelpunten achter staat, mag dit team een 5e speler inbrengen. Deze superspeler mag alles wat een normale speler mag – dus óók schieten – en kan de achterstand snel helpen terugbrengen. Wordt het verschil weer kleiner dan 3 doelpunten? Dan moet de superspeler weer op de bank gaan zitten.

Overigens wordt iedere Fjes-wedstrijd afgesloten met een rondje strafworpen: 12 per team. Zo kan een ploeg die de wedstrijd verliest, tóch nog een paar mooie doelpunten maken!

Moet je binnenkort een jeugdwedstrijd coachen of fluiten, en twijfel je welke regels er op jouw team van toepassing zijn? De bond heeft de uitzonderingen per leeftijdscategorie hier op een rijtje gezet.

Heb je nou andere vragen over de regels bij een bepaalde leeftijdscategorie of een gekke spelsituatie? Laat het mij weten, dan schrijf ik er misschien een volgend Scheidsrechtersverhaal over.