Excelsior (D) 5 – ODO 4   5 – 11 Een waarachtige bloemenzee

Door Rob van der Hak

Je ontkomt er niet aan. Hoe ze in vredesnaam al die bloemenpracht hebben kunnen kweken met die ijschkoude temperaturen van de laatste maanden, je begrijpt het niet. Of je nou wilt, of niet, die vermadelijde boeketjes van Hollandsch pracht staan je aan te gluren in emmers, vazen, teiltjes en wat dies meer zij. Het is, na moederdag 1 van de meest grote piekmomenten in de Hollandse bloemenverkoop statistieken: op de hollandsche sportvelden is er een mengelmoes van ontkopingen (kampioen of niet, degradant of niet,  promotie of niet, promotie/degradatie wedstrijd of niet), en HET AFSCHEID. HET AFSCHEID betreft dan niet zo zeer het verscheiden maar het afhaken bij de sport waar je zo lang (of kort) deel van hebt uitgemaakt, soms door een vervelende, slepende blessure. Vaker, door het bereiken van het verzadigingspunt ( al zooooo lang in de top gespeeld, er valt niets meer te winnen maar wel te verliezen). En ook zo vaker: het bereiken van de pensioensgerechtigde leeftijd in de sport. De rillingen lopen je gelijk over de rug richting de bilstreek..Ze zouden toch niet?

Enigszins paranoia speur je je directe omgeving af of er bij iemand iets op het gezicht af te lezen valt, met de mogelijkheid op een gedwongen afscheid. Dat je mede sporters, of nog erger je teamgenoten, het tijd vinden dat je stopt. U begrijpt, in zo'n geval IS ER GEEN WEG TERUG! Als je zelf al meerdere malen gelijk een replica van Johnny Jordaan gestopt en weer begonnen bent, is zo'n dwang moment een heus schrikbeeld. In het team der krakende krasse knarren #4) wordt eigenlijk al vanaf het einde van de zaalcompetitie een aanvang gemaakt met de grappen en grollen over het nakende afscheid. Wanneer we het bosje St. Jan's kruid of de aanstekelijke bloem cactus mogen aanbieden. 

Aldus was mijn aankomst gisteren bij het ODO veld enigszins timide, bij het aanschouwen van de veelheid aan boeketten. Ze zouden toch niet? toch maar ff de smartphone geraadpleegd, of er enig afscheid aangekondigd was. Pffff, ja hoor, A.M. te D., A. v/d M. te. M, A. v. L. te M., S.L. te M., S.v.A. te M. en B. V. te M. om er een paar te noemen, zouden in het (niet meer verwachte) zonnetje gezet worden met het oog op het nakend afscheid. Bijkans een heel team van technische staf en spelers zegt dan adieu, en vervolgen allen hun eigen weg, soms hetzelfde ergens anders, soms even in ruste, soms gewoon wat anders of soms wat lager dan anders. Maar, de rillingen duren voort. Het aantal boeketten overtreft het aantal net opgesomde afk. Ze zouden toch niet? Met de rillingen (ook wel een beetje van de herfstachtige omgevingstemperaturen, hoor) stapten we in de Connexxion bus voor de reis naar Delft. Enigszins gehavend, dat wel. Ommers, Snip heeft al een dikke week een onwillige kuitspier en was al lang van de basisopstelling gestreept. S.H. te D.P. te M. had zijn oppas strippenkaart al verbruikt en moest noodgedwongen in de Duifpolder achterblijven. En de pogingen van Snapartacus om weer de wei in te gaan tijdens trainingen konden het best vergeleken worden met de eerste pogingen van een pasgeboren veulen om op te staan. 3 van de 4 dames kampen al langer (soms al jaren) met pijntjes en lopen letterlijk op de laatste beentjes. Zelfs de benjamin heer van het krasse krakende knarren team verbijt al een paar weken wat opkomende pijntjes. Over de mijne zal ik verder niets toelichten.

Ik krijg al klachten dat er niet door de verslagen heen is te komen. Als enige topfitte basisspeler verscheen B.H. v. N. te D.P. te M. Aldus. Vergezeld van versch jong bloed (de immer vrolijke J.v.B. te M., en de heren W.v.L. te M. en J.M. te M.) bleek na aankomst te Delft ook daar de asgrauwe lucht te overheersen. Nog enigszins monter liep uw scribent het zeer goed dempende kunstgrasveld bij Excelsior op, om prompt met nieuwe onderhuidse rillingen geconfronteerd te worden. Emmers vol kleurige boeketten sierden de lijnen langs het veld. Ze zouden toch niet? Ver van deze emmers voltooide ik mijn opeens niet meer zo gemotiveerde warming-up of waar dat tegenwoordig voor door gaat. In een ooghoek zag ik de voorwedstrijd (Excelsior 1 – KCC 1) kabbelend naar een einde toe gaan, en ontrolde zich voor niet alleen mijn ogen een soort van wisseltruc parodie. Achtereenvolgens een speler, nog een speler, een speelster werden voorzien van bloemen en mochten na enige omhelzingen het speelveld verlaten. Ook de coach van KCC (de bekende T. v.d. L. te D.H.) bleek afscheid te nemen en mocht als dank een deuntje meeblazen op het eind. 4 down, 2 to go. Er zaten nog steeds boeketten in de emmer. Ze zouden toch niet? Na het laatste fluitsignaal (de wedstrijd was inmiddels al zo'n half uur uitgelopen) werden de laatste boeketten uitgepakt en uitgedeeld, en hoefde ik niet meer naar het toilet om voor opluchting zorg te dragen. Naar wat uiteindelijk bleek werd minimaal 1 persoon nog vrolijk gejonast in het lieflijke slootje achter de kantine. Gelukkig is – zoals de ervaring ons heeft geleerd – het RDG ziekenhuis dichtbij. Ondertussen ontvouwde zich, ook voor de neutrale toeschouwer, de wonderbaarlijke wederopstanding van Snapartacus. Werd tijdens de voorbereidingsspeech nog giechelend kennis genomen van diverse startopstellingen WANT Snapartacus zou wellicht beginnen na een succesvolle warming-up – of waar dat tegenwoordig voor moet door gaan – toen de scheids onze wedstrijd infloot stond ie ineens in het veld, en wel startend in de verdediging. Dravend en knokkend als ooit tevoren, zelfs de beuk erin gooiend. Op het op steenworp liggend complex van DES wezen diverse personen naar ons veld. Je hoorde ze zeggen: hee, is dat niet die gozuh die 2 weken geleden zo ongelukkig ten val kwam en afgevoerd werd?

Plots werd ik afgeleid door een beweging aan de zijlijn, vanaf de kantine….een persoon kwam aanlopen met een emmer..met boeketten bloemen. Potver. Ze zouden toch niet?

Gelukkig was de wedstrijd van een dermate hoog nivo (zelfverheerlijking is heerlijk) dat weldra de aandacht op het spel zelf werd gericht. Dankzij de ruimte die door ons zelf werd afgedwongen (en door Excelsior ruimhartig werd afgestaan) ontspon zich een wedstrijd die #4 op het lijf is geschreven. Soeverein (zucht) beheerste #4 het wedstrijdbeeld en liep monter uit naar een indrukwekkende 2 – 8 voorsprong bij rust. Afgezien van de afwezigheid van enige scherpte bij de tegenstander was dit volledig de verdienste van #4. In de rust kon dan ook genoegzaam teruggeblikt worden. Snapartacus vond een helft wel genoeg voor de wonderbaarlijke wederopstanding (chapeau) en J. M. te M. verlaagde met zijn entree de gemiddelde leeftijd met zo'n 5 jaar(!). Zaak was Excelsior niet terug te laten komen in de wedstrijd…als hun vizier op scherp zou komen te staan zouden ze in no time weer in onze buurt komen. De 1e treffer kwam van ODO zijde (W.v.L. te M.) en daarna was het wel een kwartiertje of zo enigszins spannend of Excelsior nog in beeld zou komen. Aangemoedigd door een lallende 8 koppige menigte voor de kantine bleek een enkeling van Excelsior daardoor nog wel enigszins geprikkeld. De verwachte storm werd echter nooit meer dan een flauw briesje en zo speelde #4 deze wedstrijd soeverein uit met een nu al roemruchte, eclatante 5-11 overwinning, en passant werd onze 100e competitietreffer op het veld behaald. Voor het laatste fluitsignaal werd er al druk met de emmer gerammeld en liep de reuzel verder mijn bilnaad in. Ze zouden toch niet? Weer een wissel, voor 1 van de oudere heren (jonkie, 45 jaar) die ermee stopt, en een oudere dame (naar verluidt binnen Excelsior kringen is ze 112 jaar). Nog 1 boeket rest er in de emmer. Na het laatste fluitsignaal verdwijnt het boekt uit mijn gezichtsveld in de kring van Excelsior spelers die elkaar omhelzen. Met een brede grijns, van oor tot oor, verlaat ook #4 het strijdtoneel, zo'n heerlijke overwinning in de laatste wedstrijd neem je mee naar het zomer reces. Busje 1 spoedt zich naar ODO om de afscheids ceremonie mee te maken, de Connexxion bus blijft nog even in het Delftse om zich aan het plaatselijk geestrijk vocht te laven. Onderwijl vond ook de zon af en toe een gaatje in het wolkendek, en was het, met het zoet der overwinning nog op de toet, heerlijk toeven daar in Delft.

Op de terugreis naar het Mediterrane eetfestijn aan de Baanderheer, waar naar verluidt zo'n 170-180 man zich aan de dis vertoonden, vroeg ik mij enigszins bezorgd af, of de emmers aldaar ook leeg zouden zijn. Ze zouden toch niet? Inderdaad. De emmers waren leeg, en de giga kookpannen ook bijna. Gelukkig kon er nog een flinke portie paella gestrikt worden en stond er toevallig een kan met Sangria voor de neus. De hemel scheurde zich sarcastisch open tot een strak blauw geheel terwijl eenieder weet dat op dat tijdstip van de dag de zon niet meer over de boomtoppen heen kan reiken.

De warmte van de veelvuldig aanwezigen gecombineerd met het Mediterrane voedsel vergoedde veel.

En nu? Het zomerreces dient zich aan…het voltallige krasse, krakende knarren team heeft zich bereid verklaard om er nog een jaar aan vast te plakken om volgend jaar, wellicht weer een team nummertje lager, de fratsen op het veld te vertonen. Eerst maar eens de inmiddels nauwelijks recuperende spieren en pijntjes tot rust laten komen, en wellicht met een goed doordacht zomertrainingsritme ons klaar te stomen voor een nieuw seizoen, met of zonder bloemen. Ze zouden toch niet?

Tot slot, #4 zou #4 niet zijn als de jaarlijkse uitschieters benoemd en geroemd worden. In het nu al legendarische teamuitje bij de Japanner zullen de diverse uitverkiezingen weer de revue passeren, zoals daar zijn het grote rode kruis van verdienste (trainingsopkomst), de topscoorders en laag-scoorders, de beste prestatie verbetering t.o.v. een voorgaand seizoen, etc. Dit alles op basis van de ongeevenaarde statistieken welke al decennia worden bijgehouden en de motivatie hoog houden. Zelfs de rode lantaarn is, naast het rode kruis, een gewaardeerde (troost) prijs. Wellicht dat daar nog een verslag van volgt, evenals het dankwoord aan alle afkortingen met uitleg over wie het in vredesnaam gaat.