ODO E1 – Valto E3 (11-4) Trots!

Vandaag tegen Valto E3, terwijl wij op het veld tegen de E2 speelden. Ook een meidenteam dus dat beloofde wat.

Vooraf weer gehamerd op dezelfde belangrijke dingen – bij balverlies direct vast- en druk zetten en proberen te onderscheppen, in de omschakeling geconcentreerd blijven, scherp vrij lopen en in de aanval geduldig rondspelen en kansen creëren. En dat zijn nogal wat opdrachten, wat heel veel energie kost. Maar vanaf het begin tot het eind lukte het jullie weer om dit goed vol te houden, en zo worden jullie elke week ook conditioneel weer een beetje sterker. Na weer een rustige 1e 10 minuten met een 2-0 voorsprong volgden de doelpunten elkaar weer goed op , via 4-0 en 4-1 werd het rust met 5-1. Puntjes op de i zetten en vooral weer gehamerd op het goed gooien en vangen. In de 2e helft was het goed te zien dat Valto goed had gekeken hoe wij speelden, en de coach had wat tips gegeven hoe daar antwoord op te geven. En dat deden de meiden van Valto goed! Door goed voor te stappen en nog fanatieker proberen te onderscheppen zetten zij extra druk. Dat geeft voor jullie ook weer een nieuwe uitdaging hoe daarmee om te gaan. Elke slappe bal wordt dan afgestraft, elke keer dat je niet volledig geconcentreerd bent ook. Dus dat was even wennen wat goed te zien was in het spel en de score (5-2 en 6-2) in de 3e 10 minuten.

Voor elke trainer/coach is het leuk dat je oefeningen die je doordeweeks aanleert, in de wedstrijd terug te zien zijn. Dit keer lieten jullie zien dat je onder druk wel de wedstrijd leest (zoals dat zo mooi heet). Doordat Valto zoveel druk zette, konden jullie bij het rondspelen de fopbal uitproberen en wat was het voor het publiek en mij gaaf om te zien hoe jullie dat enige keren perfect uitvoerden met als beloning een mooie doorloopbal en doelpunt.

In die laatste 10 minuten werd er flink gescoord, via 6-3 liepen wij uit naar 9-3 en 11-4, wat ook de eindstand was.

Een leuke, sportieve wedstrijd waarin iedereen weer veel geleerd heeft. Trots op jullie!

 

Tot dinsdag maar weer,

Rob